Rond 1900

Als een naaste was gestorven ging de familie in de rouw. De rouwkleding was sober en donker. Ook de sieraden waren sober.

De sobere sluiermuts is van witte batist en een eenvoudig zwart jak en een wollen rok. De schort is van matte zwarte stof.De sieraden mochten niet blinken, dus er werden doffe sierraden en in plaats van goud werd er koper gedragen. Bij de rouwmuts worden koperen getorste krullen van vierkanten draad gedragen. Er werd een kleine halsketting van zwarte gitten of bakkeliet of steen gedragen, soms ook een zwarte doffe en/of zilveren broche, oorknopjes en zwarte doffe mutsenspelden. Dit was afhankelijk wat de draagster zelf wilde dragen bij de rouw.

Op Noord-Beveland was aan de zoom van de rouwmuts te zien in welke verhoding de draagster tot de overlevende stond. Hoe breeder de zoom, hoe dichter bij de draagster. Of dit ook op Tholen zo was, is niet met zekerheid te zeggen.